Over ons

Orange Craft Brewers – Breda (kortweg: Orange Brewers)

Orange Craft Brewers is opgericht door drie mannen uit Breda die met geleende brouwspullen eens een eigen bier gingen brouwen. Waarom? Uit liefde voor het bier en uit nieuwsgierigheid.

Ons eerste brouwsel, een Weizen IPA is goed ontvangen, gebrouwen door Bart Tamminga, Jasper Roeken, Derk Jan Boterman en Marcel Vos. Jasper heeft hierna aangegeven het brouwen leuk te vinden, maar wil er geen vaste prik van maken. Met zijn drieën zijn we nu dus hobbybrouwers en dat blijven we voorlopig. Onze bieren zijn ook niet te koop, samen eentje met ons drinken mag altijd.

De naam Orange Craft Brewers is afgeleid van het Prinsdom Orange (spreek uit op z’n Frans) uit Frankrijk, van waaruit het huis van Oranje Nassau is ontstaan. Die zijn weer nauw verbonden bij de geschiedenis van de stad Breda. Oftewel, de eerste Prins van Oranje, namelijk Willem van Oranje-Nassau kwam uit Breda.

Een stukje geschiedenis:

In 1393 ging het prinsdom Orange over in handen van de familie de Chalon. In 1530 stierf Philibert, de laatste van dat huis en erfde René van Nassau (ook genoemd René van Chalon), de zoon van Philiberts zuster Claudia het prinsdom. Zijn devies was: Chalon-Orange Maintiendrai). Hij was Heer van Breda en Prins van Oranje. Deze stierf ook zonder nageslacht en zo komt het prinsdom aan zijn neef Willem van Nassau, bijgenaamd Willem de Zwijger, de latere Prins Willem van Oranje.

De 26-jarige René had bij testament bepaald dat Willem van Nassau zijn opvolger zou worden. Ook keizer Karel V, destijds Heer der Nederlanden en keizer van het Heilige Roomse Rijk, stemde daarmee in. De elfjarige Willem erfde daardoor het prinsdom Orange met de prestigieuze titel van prins. Samen met zijn lijfspreuk Je maintiendrai Chalon voerde hij dus ook de titel Prins van Oranje.

Naast dit prinsdom erfde Willem van zijn neef belangrijke voorrechten en bezittingen in de Nederlanden. Karel V verbond aan de erfenis een voorwaarde: overgang tot het rooms-katholieke geloof en opvoeding aan het hof in Brussel. Vanwege de belangrijkheid van de erfenis gingen de ouders en Willem akkoord.

Aan het hof van keizer Karel werd de Duitstalige Willem ingewijd tot diplomaat. Hij leerde Latijn, Frans, Spaans, Italiaans en het plaatselijke Nederlands. Er ontstonden contacten op allerlei niveaus. Fernando Álvarez de Toledo, hertog van Alva en staatssecretaris Granvelle leerde hij kennen. Ook kreeg hij in 1545 Karel V te zien, toen deze uit Duitsland naar Brussel was teruggekeerd en in 1549 Karels zoon Filips, die uit Spanje kwam. Het bleek dat de jonge prins zich uitstekend wist te redden. Zijn levenshouding werd gekenmerkt door optimisme en welsprekendheid. Hij bleek over diplomatieke gaven te beschikken. Hij kreeg zijn bijnaam de De Zwijger niet vanwege zwijgzaamheid, maar vanwege zijn gewoonte nooit het achterste van zijn tong te laten zien.

De lijfspreuk van Willem van Oranje:
Je maintiendrai l’honneur, la foy, la loi de Dieu, du Roy, de mes amis et moy (Ik zal de eer, het geloof, de wet van God, van de koning, van mijn vrienden en mij handhaven).

Onze lijfspreuk is hiervan afgeleid:
Nous maintenons l’honneur les Princes de Orangé par brassage de la bière! Wij handhaven de eer van de Prins van Oranje door het brouwen van bier!